Wetenschapsrapporter. Dermatomen & Myotomen
Cervicale en lumbale radiculaire syndromen zien we regelmatig in de dagelijkse praktijk. Naast de typische radiculaire pijn is sensomotorische uitval een symptoom dat ons klinisch redeneren fors helpt. Patroon-herkenning is dan belangrijk, maar de patronen zijn vaak niet zo ‘zwart-wit’ als we wel eens denken. Dat komt door de unieke anatomie van de mens, ook als het gaat om dermatomen en myotomen.
Sensomotorische uitval is het gevolg van een conductieblokkade, volgens de IASP-terminologie de ‘radiculopathie’. De pijncomponent heet een radiculaire pijn, een pijn die typisch past bij neuroinflammatie (NB: een neuropatische pijn is essentieel anders dan gerefereerde pijn). De conductieblokkade, radiculopathie, past bij compressie (door omliggend weefsel of door zwelling van de radix). Het geheel heet een radiculair syndroom. In theorie kan radiculaire pijn zonder uitval bestaan, net zoals uitval zonder radiculaire pijn. De terminologie is overigens niet consistent in de literatuur, binnen en tussen diverse beroepsgroepen en binnen de opleidingen. Radiculopathie en radiculair syndroom worden vaak als synoniem gebruikt. Enige oplettendheid is daarom belangrijk – wat bedoelt iemand eigenlijk?
Sensorische uitval kenmerkt zich door patronen die passen bij dermatomen die in de basisopleiding aangeleerd worden ter ondersteuning van patroonherkenning. Dit fundament is van groot belang, maar zeker niet heilig. Elk mens heeft grofweg dezelfde anatomie en is in detail volledig uniek. Zo hebben we allemaal twee ogen, één neus en één mond, en allemaal net iets anders. Dermatomen hebben we ook allemaal, ze zijn tegelijkertijd uniek vanwege de anatomische variabiliteit en daarom niet overeenkomstig met de geleerde dermatoom-kaarten. Voor de motorische uitval gebruiken we de myotomen. En net zoals bij de dermatomen is daar ook anatomische variatie mogelijk.
Anatomische atlassen en Google tonen diverse dermatomen-kaarten. Sommige komen overeen, maar andere wijken fors af. De eerste dermatomen-kaart werd in 1886 gemaakt door Sir Wilmot Herringham, op basis van dissectie van de zenuwvezels. De meeste kaarten tot 1948 waren grofweg gelijk aan die van Herringham (met lichte variaties door de gebruikte technieken). Ze presenteerden allen een soort ‘vlakken’. In 1948 maakten Keegan & Garret een kaart op basis van compressie van dorsale radixen door herniatie. Deze kaart is fors anders, met veel meer lange, draaiende dermatomen. De verschillende kaarten kunnen zorgen voor discussies binnen de praktijk en leeromgevingen.
In een recente studie van Hong et al (2022) werd bij 227 patiënten met een cervicaal radiculair syndroom gekeken naar dermatomen en myotomen. Interessant is dat 63% een ‘standaard’ dermatoom patroon had en 67% een ‘standaard’ myotoom patroon. Met name het myotoom passend bij C5/6 varieerde sterk. De bevindingen van deze studie sluiten aan bij de geobserveerde verschillen in de kaarten en tonen aan dat de variatie niet alleen bij dermatomen aanwezig is, maar ook bij myotomen.
Myotomen en dermatomen zijn zeer belangrijk om uitval te detecteren, maar de niveaubepaling hoeft dus niet per se kloppend te zijn. We moeten altijd kijken naar de uniekheid van de patiënt en zowel de motorische als sensorische uitval in kaart brengen, passend bij de patiënt. Daarnaast zullen we ook bij het begeleiden van studenten, stagiaires en collega’s rekening moeten houden met het bovenstaande en vooral ruimte laten tijdens discussies.
Bronnen
Bogduk N. On the definitions and physiology of back pain, referred pain, and radicular pain. Pain. 2009 Dec 15;147(1-3):17-9. doi: 10.1016/j.pain.2009.08.020. Epub 2009 Sep 16. PMID: 19762151.
Downs MB, Laporte C. Conflicting dermatome maps: educational and clinical implications. J Orthop Sports Phys Ther. 2011 Jun;41(6):427-34. doi: 10.2519/jospt.2011.3506. Epub 2011 May 31. PMID: 21628826.
Hong CG, Nam WD. Reliability and Diagnostic Accuracy of Standard Dermatomes and Myotomes for Determining the Pathologic Level in Surgically Verified Patients With Cervical Radiculopathy. Neurospine. 2022 Dec;19(4):1006-1012. doi: 10.14245/ns.2244194.097. Epub 2022 Dec 31. PMID: 36597659; PMCID: PMC9816603.
NVMT-Wetenschapsrapporter Roland Reezigt beschouwt regelmatig een wetenschappelijke studie of vraagstuk. Lees verder.