Salarisonderzoek FDV
Het salarisonderzoek dat Fysiovakbond FDV vandaag heeft gepubliceerd spreekt boekdelen. Eerstelijns fysiotherapeuten in loondienst worden structureel te laag betaald ten opzichte van hun collega’s in de intramurale setting en ten opzichte van de meeste beroepen (hbo-niveau) in andere sectoren. Daarnaast constateert het onderzoek grote verschillen in arbeidsvoorwaarden, een te hoge werkdruk en een hoog percentage fysiotherapeuten dat overweegt het vak te verlaten.
Lees het rapport Arbeidsvoorwaarden in de eerstelijns fysiotherapie 2023
De FDV voert het ontbreken van een cao op als voornaamste oorzaak van de misstanden en ook werkgeversvereniging WVF meldt in een reactie de negatieve spiraal te willen omdraaien door mede in overleg met het KNGF, zorgverzekeraars en VWS de mogelijkheden van een nieuwe cao samen met de FDV te onderzoeken.
Overheid moet ingrijpen
Het KNGF wijst al langere tijd op de misstanden in de eerstelijns fysiotherapie. Daarbij is niet alleen herhaaldelijk gewaarschuwd voor de nadelige effecten van de (veel te) lage tarieven, maar ook voor de hoge administratieve lasten, de onverantwoord toenemende werkdruk en de toenemende vroegtijdige uitstroom van jonge fysiotherapeuten als gevolg daarvan. Dit leidde al eerder tot talloze publicaties in de media en meerdere vragen in de Tweede Kamer.
Evenals de FDV nu, constateert het KNGF dat dit nog steeds niet tot het gewenste resultaat leidt, terwijl in het Integraal Zorgakkoord terecht wordt gesproken over het belang van de versterking van de eerste lijn. De WVF neemt in zijn reactie de stelling van het KNGF over: ‘De overheid moet ingrijpen…’
Kamervragen n.a.v. NRC-artikel
Het salarisonderzoek van FDV was ook aanleiding voor een artikel in de NRC van vandaag en dat leidde onmiddellijk tot een lange lijst van vragen over de situatie in de fysiotherapie, die SP-Kamerlid Jimmy Dijk vandaag aan de minister heeft gesteld via de FDV.
Het NRC-artikel bevatte overigens enkele onjuistheden. Zo zou volgens dit artikel demissionair minister Dijkstra hebben gezegd dat fysiotherapeuten beter moeten onderhandelen, terwijl uit het betreffende vergaderverslag blijkt dat zij letterlijk heeft gezegd dat ‘we op dit moment aan het regelen zijn dat fysiotherapeuten gezamenlijk afspraken kunnen maken. Dan staan ze veel sterker en dan kunnen ze veel beter daarop differentiëren. Als ze die passende aanspraak hebben, kunnen de fysiotherapeuten veel beter onderhandelen met de zorgverzekeraars’. Ook de suggestie van ABN AMRO dat -zoals in het artikel geciteerd- fysiotherapeuten hun benarde positie kunnen verbeteren door activiteiten buiten de fysiotherapie aan te bieden, is natuurlijk discutabel. Immers, dat zou ten koste gaan van de tijd die een fysiotherapeut aan patiënten kan en moet besteden en dat is als zodanig dus geen goede oplossing. De bewering van ABN AMRO, tenslotte, dat schaalvergroting in de fysiotherapie vanwege toenemende efficiency een oplossing zou zijn, wordt door de cijfers weersproken. Vorige week nog meldde de Kleinbedrijf Index dat kleine praktijken het financieel beter doen dan grote ketens.
Onomkeerbare schade dreigt
Deze onjuistheden doen overigens aan de kern niets af: de fysiotherapie staat op een kantelpunt. Als de tarieven in 2025 niet zijn genormaliseerd dan dreigt onomkeerbare schade, waardoor patiënten de dupe worden.