Ga naar de inhoud

Best practices

Bij het onderdeel ‘Best practices, samenwerken in de wijk’ delen we goede voorbeelden uit het werkveld. Zo kunnen we elkaar inspireren en van elkaar leren. Heb jij een mooi voorbeeld van een goed initiatief (groot of klein) ten aanzien van samenwerking in jouw wijk? Stuur dan een mail naar communicatie@kngf-nfp.nl dan kijken we of we jouw voorbeeld hier ook kunnen delen. Hierbij de verhalen van Roos Kok en Ans Bosch.

1. Roos Kok – VR bril

‘Pijn is een uiting van je brein wanneer het de conclusie heeft getrokken dat je in gevaar bent.

Als psychosomatische fysiotherapeut ben ik samen met de patiënt op zoek naar wat hun brein als gevaar ziet. Veel voorkomende gevaren zijn: ik heb pijn dus er zal wel iets niet goed zijn op die plek. Als behandeling kiezen we dan oa voor pijneducatie en visualisatie oefeningen (een veilig verhaal maken van de pijnlijke plek in het lijf of van de activiteit die pijn oproept).

Reducept, via een VR bril een reis door je zenuwstelsel maken met pijneducatie en gevaren boodschappers neutraliseren past dus helemaal bij mijn al bestaande aanpak. Onze praktijk heeft hem nu voor een jaar gehuurd. Ik heb hem nu bij 5 à 10 mensen gebruikt. 

De eerste patiënt gebruikte hem in de tijd dat ik een maand op vakantie was (via een collega). Haar reactie was dat ze blij was toch met haar pijnbehandeling verder te gaan en dat het een leuke afwisseling was, maar dat ze de pijneducatie en oefeningen van mij prettiger vond omdat het dan specifiek over haar ging. Dat is wel wat ik van de meeste patiënten hoor: ‘Wauw wat gaaf en mooi en je zit er echt helemaal in. Maar wel erg algemeen’.

Dat is ook wat ik merk; de patiënten zitten er echt helemaal in. Ze horen mijn getik achter de computer niet. Dus administratietijd is zeker een voordeel! En ik kan me voorstellen dat het er helemaal inzitten ook een voordeel kan zijn voor betere uitkomsten ten opzichten van visualisatie in gedachten, maar dat is nog niet onderzocht volgens mij.

Ik had gedacht dat ik hem als enige van de praktijk zou gaan gebruiken, maar ik denk er nu over om m’n collega’s (niet PSF) de bril uit te leggen. En als de patiënten na die “algemene” bril behandeling specifiekere uitleg en behandeling willen kunnen ze naar mij verwijzen!

Conclusie: leuk ding, handig voor behandeling continueren, past binnen behandelprotocollen ALK, je zit er helemaal in, maar… Wij psychosomatische fysiotherapeuten zijn (nog niet) vervangbaar gelukkig!!!’

2. Ans Bosch – Alk Project

‘Ik werk als psychosomatisch fysiotherapeut in een praktijk met 6 collega’s. De locatie is in een gezondheidsplein waar veel disciplines onder een dak werken waaronder 2 huisartspraktijken met in totaal 6 huisartsen.

Er is veel contact, vooral over patiënten waarbij het herstel niet wil vlotten, patiënten bezorgd zijn om hun gezondheid en steeds weer in de spreekkamer komen. Om deze patiëntengroep beter te begeleiden hebben we met de huisartsen besloten een pilot op te zetten. De huisarts plant bij deze complexe problematiek een gezamenlijk consult in van ongeveer 45 minuten. In dit consult gaat een huisarts samen met een psychosomatisch fysiotherapeut en/of een haptotherapeut het gesprek met de patiënt aan.

De doelstelling van deze pilot is tweeledig. In de relatie met de huisarts is het belangrijk dat we op deze manier inzicht krijgen in elkaars werkwijze, o.a. de manier van communiceren, de metaforen die worden gebruikt en de uitleg die wordt gegeven.
In de relatie met de patiënt is het belangrijk dat de klachten serieus worden genomen en we laten zien dat we met elkaar willen zoeken naar een manier van behandelen die recht doet aan de klacht en de hulpvraag waarvoor de patiënt al vaker bij de huisarts is geweest.
Ook weten we als hulpverleners van elkaar wat er is besproken en welke afspraken precies zijn gemaakt. We kunnen daar altijd op terugkomen in het contact met de patiënt. In deze pilot hebben we nu 4 mensen gezien.

Het is ontzettend leuk en zinvol om op deze manier te werken. De patiënt voelt zich echt serieus genomen, hij/zij wordt erkend in zijn/haar klachten. Hierdoor is er merkbaar meer openheid voor de multifactoriële benadering van de klachten.  Aan het eind van het gesprek maken we samen  afspraken over hoe de begeleiding verder zal gaan en welke stappen moeten worden genomen.

Het enthousiasme van de deelnemende huisartsen is gegroeid, mede omdat de mensen die we tot nu toe hebben gezien veel minder frequent op het spreekuur komen.

Een keer in het kwartaal organiseren we als praktijk een informele informatieborrel voor alle huisartspraktijken en tijdens deze setting wordt erg enthousiast verteld over de resultaten tot nu toe. Op deze manier verwachten we dat we van de samenwerking steeds meer vorm kunnen geven.’